De voormalige Christelijke Bewaarschool aan de Middelstegracht 5 te Leiden is in 1925 gebouwd door architect Willem Fontein. Het gebouw is in verschillende fases gebouwd. Het deel dat in 1925 is opgeleverd heeft grofweg een rechthoekige plattegrond waarbij de voorgevel niet helemaal haaks is. Een jaar later wordt aan de achterzijde een half overdekte speellokaal gebouwd en vormt het geheel grofweg een L-vormige plattegrond. Dit speellokaal wordt in 1939 voorzien van een gevelwand en een zadeldak om een volwaardig lokaal en een speelzolder te creëren.
De Middelstegracht ligt aan de oostkant van de oude stad en heeft een noord-zuid ligging, tussen de Nieuwe Rijn en de Oude Rijn. De school bevindt zich aan de oostzijde van de Middelstegracht.
De gemeente besloot in 1931-1932 tot het dempen van de gracht nadat in 1929 een van de walmuren ingestort was en omdat het vieze water van de Middelstegracht een ongunstige invloed zou hebben op de nieuw gebouwde vleugel (1929) van het Elisabeth Gasthuis.

De architectuurhistorische waarde bevindt zich in de esthetische kwaliteit van zowel het nog vrijwel
oorspronkelijke exterieur, als van het gedetailleerde interieur dat voor het overgrote gedeelte origineel is.
De architectonische verschijningsvorm van de school wordt gekarakteriseerd door een speels en
verfijnd ontwerp in baksteenarchitectuur dat verfraaid is met decoratief baksteenmetselwerk.
Het ontwerp verraadt door de baksteendetaillering en de decoratieve getrapte daklijn invloeden van de Amsterdamse School en van de ‘interbellum architectuur’ door de lineaire belijning en het platte dak. In de voorgevel overheerst de horizontaliteit door het platte dak met de getrapte gevelbeëindiging.

Deze school is een van de weinige nog bestaande scholen in Leiden die gebouwd is door de Leidse architect Willem Fontein.

Voorafgaand aan de verbouwing van de school is deze bewoond door twee beeldend kunstenaars die het pand in tweeën hadden opgedeeld. Er hadden geen onherstelbare ingrepen plaatsgevonden en het pand was grotendeels in originele staat.

De thermische isolatie was echter slecht.

De nieuwe functie, een woonhuis, paste erg goed in het gebouw. In de structuur van het pand is niets gewijzigd en alle hoofdruimtes hebben een passende functie gekregen. Één lokaal is opgedeeld in drie slaapkamers.
De karakteristieke en monumentale gang met de tegelvloer is geheel intact gebleven. In de aangrenzende ruimtes zijn de dunne betonvloeren verwijderd en is er een geïsoleerde betonvloer met vloerverwarming aangebracht.
Alle daken zijn vervangen en geïsoleerd. De daklichten in het platte dak zijn gerestaureerd en voorzien van isolatieglas. Ook het glas in de houten kozijnen, ramen en deuren in de gevels is vervangen door (monumenten)isolatieglas.
In de voormalige gymzaal zijn de keuken, de eettafel en de woonkamer gesitueerd, in één grote en hoge ruimte. De hoge raampartij geeft een mooi uitzicht op de tuin. Hier zijn de houten kozijnen gehandhaafd en zijn de houten ramen en deuren vervangen door geïsoleerde zwarte stalen profielen met isolatieglas. Dit is een fijne combinatie met de gevlinderde betonvloer.

Op de verdieping is een gastenverblijf gemaakt. Voorzieningen als een toilet, TD-ruimte en bergingen zijn aan één kant gesitueerd zodat de rest van de ruimte mooi tot z’n recht komt doordat alle houten spanten in het zicht zijn gebleven.

In de tuin is een zitkuil gemaakt met gemetselde en gestuukte banken en plantenbakken en is deels overkapt.

aannemer: Wassenaarse Bouwmaatschappij

fotografie: Brigitte Kroone

terug